
Wet op de rechterlijke organisatie
Artikel 85
1
Voorafgaand aan de voordracht, bedoeld in artikel 84, derde lid, stelt Onze Minister in overeenstemming met de Raad een lijst vast van maximaal zes personen die voor de vervulling van de desbetreffende vacature in aanmerking lijken te komen.
2
De lijst wordt ter beschikking gesteld aan een commissie van aanbeveling. Deze bestaat uit een president van een gerecht, een vertegenwoordiger van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak, een lid van het College van afgevaardigden, een directeur bedrijfsvoering van een gerecht en een door Onze Minister aangewezen persoon. De president is voorzitter.
3
De commissie stelt uit de lijst een aanbeveling op van maximaal drie personen. Zij zendt deze uiterlijk acht weken na vaststelling van de lijst aan Onze Minister.
4
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de procedure, bedoeld in dit artikel.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.